Vaccinatieverlof 2.0

Sinds april 2021 hebben werknemers het recht om afwezig te zijn op het werk met het oog om een vaccin te krijgen ter bescherming tegen het coronavirus. Het vaccinatieverlof kan opgenomen worden tijdens de werkuren én met behoud van loon. In onze blogpost van 9 april 2021 worden de modaliteiten van dit verlof verder toegelicht.

Daarnaast heeft de werknemer nu ook het recht om een minderjarig kind – dat met hem samenwoont – te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om het kind te laten vaccineren tegen het coronavirus. Ook heeft de werknemer het recht een meerderjarig persoon met een handicap of een persoon onder voogdij te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om die persoon tegen het coronavirus te vaccineren.

Het recht op klein verlet voor eigen vaccinatie of begeleiding van een minderjarig kind of persoon met een handicap of onder voogdij is verlengd tot 30 juni 2022. Er is eveneens een mogelijkheid voorzien tot verdere verlening.

Er wordt nog een wetgevend initiatief genomen om ervoor te zorgen dat deze uitbreiding en verlenging van het vaccinatieverlof zal ingaan met ingang van 1 januari 2022 aangezien de nieuwe wetgeving slechts in werking trad op 12 januari 2022.