Kaderakkoord binnen de Groep van Tien

Zoals deze week al uitgebreid in de media verscheen, hebben de sociale partners in de Groep van Tien een akkoord gevonden over een aantal dossiers waarover er nog discussie bestond, na de evacuatie van de loonnorm en coronapremie naar de regering.

Concreet werd er door de Groep van Tien over de volgende zaken een akkoord bereikt:

  • Verhoging van de minimumlonen

Het minimumloon van CAO nr. 43 zal in drie fasen worden verhoogd en er zal daarbij ook geen onderscheid meer zijn op basis van leeftijd of anciënniteitsvoorwaarden.

Concreet zou het minimum bruto maandloon vanaf 1 april 2022 1.702,00 EUR bedragen, volgt in 2024 een tweede verhoging richting 1.737,00 EUR (+2%) en zou de derde fase in 2026 volgen met een verhoging tot 1772,00 EUR bruto (+2%).[1]

De sociale partners vragen de regering om de nodige maatregelen te nemen in het kader van de loonfiscaliteit en/of de sociale bijdragen zodat er met deze brutoverhoging een nettotoename van minstens 150 euro gegarandeerd wordt tegen 2026. Daarnaast wordt er ook verzocht om patronale lastenverlagingen te voorzien om de impact van deze verhogingen te beperken voor de werkgevers.

We merken op dat het minimumloon van CAO nr. 43 met deze verhogingen nog steeds onder de de meeste bestaande sectorale minima zou blijven en de impact dus relatief beperkt zou zijn.

Einde loopbaanregelingen:

  • Eindeloopbaan regelingen

SWT: De huidige stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag zouden behouden blijven, maar de aanvangsleeftijd wordt vastgelegd op 60 jaar (behalve voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen).

Halftijdse landingsbaan: Daar waar het momenteel slechts mogelijk is om een 4/5de landingsbaan te hebben vanaf 55 en een halftijdse landingsbaan vanaf 57 jaar, zou het ook mogelijk worden om vanaf 55 jaar een halftijdse landingsbaan te hebben, en dit mét een vergoeding van de RVA.

Deze nieuwe regeling zou dus een versoepeling zijn van de huidige voorwaarden. Bovendien is het op vandaag de algemene regel dat werknemers pas vanaf 60 jaar uitkeringen kunnen ontvangen in het kader van deze landingsbaan. Het is echter nog onduidelijk welke voorwaarden er gehanteerd zouden worden om onderbrekingsuitkeringen toe te kennen.

  • Uitbreiding overuren

Vrijwillige overuren: ook de niet-essentiële sectoren kunnen voortaan bijkomend 120 vrijwillige overuren, relance-uren genoemd, laten presteren door hun werknemers die hiervoor uitdrukkelijk opteren. Dit is het geval voor 2021 en 2022.

Voor deze relance-uren zouden dezelfde regels gelden als voor de vrijwillige overuren voor de essentiële sectoren (geen recuperatie, geen overloontoeslag, geen meerekening voor de arbeidsduur en de interne grens, geen onderwerping aan personenbelasting voor de WN, en een vrijstelling van sociale bijdragen).

Gewone overuren: Het fiscaal gunstregime (gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever en belastingvermindering voor de werknemers) wordt tot 30 juni 2023 opgetrokken naar 180 overuren (i.p.v. 130) voor alle sectoren.

Wat de harmonisering van de aanvullende pensioenen van arbeiders en bedienden betreft, werd er beslist om de streefdatum van 1 januari 2025 uit te stellen naar 1 januari 2030.

De tekst van dit akkoord werd op dit moment nog niet gepubliceerd. Zodra dit wel het geval is, zullen wij hier uiteraard ook dieper op ingaan en u op de hoogte houden van eventuele afwijkingen of bijkomende elementen.

Bronnen: Pers en Toelichting VBO Direct d.d. 8 juni 2021


[1] Cijfers VBO