Ja, als de werkgever de e-mail ontvangen heeft van de ontvanger die het “nuttig, noodzakelijk, passend of opportuun” achtte om hem deze e-mail te sturen dewelke hij rechtmatig had ontvangen.
De Arbeidsrechtbank van Luik heeft dit standpunt opnieuw bevestigd in zijn uitspraak van 16 januari 2020.
De geadresseerde van een e-mail waarvan de inhoud hoogstens onderworpen is aan een algemene discretieplicht, maar niet aan het beroeps-, medisch of biechtgeheim, … is vrij om deze inhoud bekend te maken aan een derde partij, die deze legitiem kan vermelden in zijn relaties met de afzender.
De rechtbank meende dat indien de afzender van mening is dat de ontvanger een burgerlijk of zelfs strafrechtelijk misdrijf heeft begaan door de betreffende e-mail te delen, de afzender zich vervolgens kan keren tegen de ontvangers voor verder acties. Het bovenstaande belet echter niet dat een derde partij (nl. een werkgever in dit geval) die er rechtmatig kennis van heeft gekregen, er gebruik van kan maken.
We wijzen erop dat de rechtbank een onderscheid maakt tussen de vastlegging, op welke wijze dan ook, van een e-mail tussen derden en de overhandiging of verzending door de afzender of de ontvanger van dergelijke e-mail, hetgeen in casu dus het geval was.
Deze beslissing van de Arbeidsrechtbank van Luik is beschikbaar op:
http://www.terralaboris.be/IMG/pdf/ttll_2020_01_16_18_2048_a.pdf
Het Arbeidshof van Luik had dit standpunt al eerder gevolgd in haar arrest van 24 april 2019 met betrekking tot de uitwisseling van sms’jes tussen collega’s waarvan de werkgever gebruik had gemaakt, zoals we reeds in deze blogpost besproken hebben.