Verwerving en behoud van aanvullende pensioenrechten in de EU: België bij de besten van de klas

De Europese Commissie heeft verslag[1] uitgebracht over de omzetting van de Europese Richtlijn[2] tot vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (de zogenaamde “Portability richtlijn”). De Richtlijn had namelijk minimumvereisten opgelegd over o.a. de voorwaarden voor de verwerving van aanvullende pensioenrechten, het behoud van aanvullende pensioenrechten na uittreding en informatienormen.

Uit het verslag blijkt dat België de minimumvereisten van de Richtlijn veruit overtreft. Daar waar de Richtlijn nog minimale beperkingen toeliet voor de verwerving van aanvullende pensioenrechten, heeft België (als enige lidstaat) bij de omzetting van de Richtlijn de verschillende mogelijkheden om de verwerving van aanvullende pensioenrechten in te perken, afgeschaft. Zo is het sinds 1 januari 2019 niet langer mogelijk om een wachtperiode- en drempelperiode of drempelleeftijd te bepalen vooraleer werknemers aanvullende pensioenrechten verwerven.

Daarnaast wordt ook de Belgische pensioengegevensbank “mypension.be” uitgelicht als voorbeeld van transparantie over de in België opgebouwde aanvullende (en wettelijke) pensioenrechten.

[1] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0291&from=EN

[2] Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten, https://eurlex.europa.eu/eli/dir/2014/50/oj.