Sinds 27 maart 2019 kunnen werknemers die geen of een beperkt aanvullend pensioen opbouwen het initiatief nemen om een aanvullend pensioen te financieren via inhoudingen door de werkgever op hun nettoloon in het kader van de regelgeving op het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW).
In een eerdere blogpost bespraken we reeds de circulaire 2019/C/67 over het VAPW. De belastingadministratie heeft nu een addendum[i] bij deze circulaire gepubliceerd.
Dit addendum behandelt twee onduidelijkheden die nog op het terrein heersten.
1. Vooreerst verduidelijkt het addendum dat de taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4% niet begrepen is in de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage.
- Bijvoorbeeld:
De maximale jaarlijkse bijdrage van Dirk bedraagt 2000 EUR. Indien Dirk zijn VAPW maximaal wil opbouwen, moet hij zelf die taks op de verzekeringsverrichtingen bijtellen bij zijn maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage van 2000 EUR.
2000 EUR x 4,4% = 88 EUR.
Dirk moet dus aan zijn werkgever meedelen dat deze laatste 2088 EUR op jaarbasis dient in te houden op zijn bezoldiging en moet doorstorten naar de pensioeninstelling. Zo niet, zal de uiteindelijke bijdrage voor de pensioenopbouw van Dirk lager uitvallen, namelijk in dit geval 1.915,71 EUR in plaats van 2000 EUR[ii].
Het is dus van belang dat de werknemer geïnformeerd wordt over het feit dat de taks op de verzekeringsverrichtingen niet begrepen is in de maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage, en dat hij dus – wil hij zijn VAPW maximaal opbouwen – die taks zelf moet bijtellen bij zijn VAPW-bijdrage om het bedrag te bepalen dat zijn werkgever moet inhouden en doorstorten.
2. Daarnaast wordt verduidelijkt dat wanneer de jaarlijkse bijdragen of premies in het kader van het VAPW de hiervoor bedoelde maximale jaarlijkse VAPW-bijdrage overschrijden, de belastingvermindering VAPW niet volledig wordt geweigerd, maar slechts ten belope van de overschrijding.
- Bijvoorbeeld:
De maximale jaarlijkse bijdrage van Dirk bedraagt 2000 EUR, maar hij heeft zijn werkgever 2500 EUR laten inhouden en doorstorten naar de pensioeninstelling. Aan de 80%-regel is voldaan.
Rekening houdende met de taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4% komt in dit geval slechts 2088 EUR in aanmerking voor de belastingvermindering VAPW. Het saldo van 412 EUR (namelijk de aan de pensioeninstelling gestorte 2500 EUR – 2088 EUR) geeft dus geen recht op enige belastingvermindering.
Daarentegen is het wel zo dat het aanvullend pensioen dat wordt opgebouwd met het deel van de bijdragen en premies dat het maximumbedrag heeft overschreden, wel op dezelfde wijze wordt belast als het aanvullend pensioen dat opgebouwd is met bijdragen en premies die het maximumbedrag respecteren.
[i] Circulaire 2020/C/9 over het vrij aanvullend pensioen voor de werknemers (VAPW) – taks op de verzekeringsverrichtingen van 4,4% – belastingvermindering bij overschrijding maximale bijdrage
[ii] Immers, de volgende berekening is dan van toepassing:
berekening bijdrage: 2000 EUR gedeeld door 1,044 = 1915,71 EUR
taks op de verzekeringsverrichtingen: 1915,71 EUR x 4,4% = 84,29 EUR.