Een wetsontwerp “tot invoering van diverse fiscale overgangsbepalingen wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie” werd op 6.2.2020 aangenomen door de Commissie voor Financiën en Begroting. Het wetsontwerp bevat onder meer een fiscale overgangsbepaling inzake aanvullende pensioenen.
Eén van de voorwaarden voor de aftrekbaarheid van werkgeversbijdragen en -premies gestort ter uitvoering van een aanvullende pensioentoezegging is dat ze definitief moeten worden gestort aan een in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigde verzekeringsonderneming, voorzorgsinstelling of instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (artikel 59, §1, 1° WIB’92). Dezelfde aftrekbaarheidsvoorwaarde is eveneens voorzien voor stortingen gedaan in het kader van langetermijnsparen of pensioensparen.
In het kielzog van de Brexit zouden dergelijke stortingen gedaan aan verzekeringsondernemingen, voorzorgsinstellingen of instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en Noord-Ierland niet langer fiscaal aftrekbaar zijn.
Daarom beoogt het wetsontwerp de invoering van een nieuw artikel 544 in het WIB’92 dat bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk en Noord-Ierland gelijkgesteld worden met een lidstaat van de Europese Unie voor overeenkomsten ten laatste afgesloten op 31 december 2020. Op die manier zal rechtszekerheid worden geboden aan belastingplichtige werkgevers en natuurlijke personen voor wat betreft de fiscale aftrekbaarheid van hun stortingen gedaan in het kader van het aanvullend pensioen, langetermijnsparen of pensioensparen.
Meer info: zie het parlementair document van het wetsontwerp, https://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/none&leftmenu=no&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?lang=N&legislat=55&dossierID=0948.