Het KB van 30 januari 2017 wijzigt het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers nog maar eens. De wijziging treedt in werking op 10 februari.
De voornaamste veranderingen zijn hieronder terug te vinden en hebben als doel om bepaalde artikelen in overeenstemming te brengen met de invoering van het re-integratietraject.
- De werknemers onderworpen aan de verplichte gezondheidsbeoordeling die tijdelijk of definitief gere-integreerd werden in een aangepast of andere werk moeten zich niet meer onderwerpen aan een nieuwe voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling.
- De arbeidsgeneesheer kan spontaan een werknemer ontvangen wanneer die werknemer meent dat alle of een aantal van de maatregelen die in het re-integratieplan opgenomen werden niet langer aangepast zijn aan diens gezondheidssituatie.
- De artikelen 39 en 41 betreffende de gezondheidsbeoordeling van een definitief arbeidsongeschikte werknemer met het oog op zijn re-integratie worden afgeschaft. Dit type controle bestaat dus niet meer. Dit beëindigt meteen ook de onduidelijkheid over hoe deze gezondheidsbeoordeling gecombineerd kon worden met de verplichting om het re‑integratietraject tot het einde te volgen vooraleer het mogelijk wordt om de verbreking van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht vast te stellen.
- Artikel 72 wordt gewijzigd. Voortaan is de werkgever ertoe gehouden de werknemer die definitief ongeschikt is verklaard door een definitieve beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, aan het werk te houden overeenkomstig de aanbevelingen van die laatste in het formulier voor de re-integratiebeoordeling en dit teneinde een re-integratieplan op te stellen.
Bron: Koninklijk besluit van 30 januari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, B.S., bl. 17440.