Strengere toekenningsvoorwaarden voor het wettelijk rust- en overlevingspensioen

De verhoging van de pensioenleeftijd en de verlenging van de loopbaanvoorwaarde voor het verkrijgen van het vervroegd pensioen: het stond in de sterren geschreven, en dat is het nu ook in het Belgisch Staatsblad!

De wet van 10 augustus betreft drie luiken: (i) de wettelijke pensioenleeftijd wordt verhoogd, (ii) de toegangsvoorwaarden voor het vervroegd pensioen worden verstrengd en (iii) ook de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen passeert de revue.

De wet komt er ter uitvoering van het regeerakkoord van 9 oktober 2014, dat gebaseerd is op het rapport van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, en zet de hervormingstrend van de vorige legislatuur voort. De wetgever blijft dan ook benadrukken dat het algemeen belang op het spel staat en de maatregelen genoodzaakt zijn om de duurzaamheid van ons pensioensysteem te bewaren. Ter bevordering van de transparantie heeft de wetgever de hervormingsmaatregelen voor de drie wettelijke pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen en publieke sector) geïntegreerd in één en dezelfde wet.

Wat brengen de nieuwe hervormingsmaatregelen nu concreet met zich mee?

De wettelijke pensioenleeftijd wordt vastgelegd op 65 jaar tot en met 31 december 2024. Nadien wordt hij stapsgewijs verhoogd tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030.

Voor het vervroegd pensioen wordt de geleidelijke verhoging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden, die ingegaan is op 1 januari 2013, voortgezet. Opnieuw worden uitzonderingen voorzien voor personen die een lange loopbaan kunnen bewijzen.

Onderstaande schematische voorstelling biedt een overzicht:

  Normale loopbaan Lange loopbaan
  Minimum- leeftijd Minimum- loopbaan Minimum- leeftijd Minimum- loopbaan
2015 61 jaar en 6 maanden 40 jaar 60 jaar 41 jaar
2016 62 jaar 40 jaar 60 jaar 61 jaar 42 jaar 41 jaar
2017 62 jaar en 6 maanden 41 jaar 60 jaar 61 jaar 43 jaar 42 jaar
2018 63 jaar 41 jaar 60 jaar 61 jaar 43 jaar 42 jaar
2019 63 jaar 42 jaar 60 jaar 61 jaar 44 jaar 43 jaar

Wie zijn pensioen ziet ingaan gedurende de maand januari, valt onder de toepassing van de leeftijds-en loopbaanvoorwaarden van het jaar voordien.

Bovendien is er voorzien dat, in het geval dat personen op een bepaalde datum voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van het vervroegd pensioen, zij het recht behouden om hun vervroegd pensioen op te nemen ongeacht de ingangsdatum van hun pensioen.

Daarnaast voorziet de wet nog in een aantal andere overgangsmaatregelen.

Wat betreft het overlevingspensioen zet de wetgever de hervorming die is ingegaan op 1 januari 2015 voort, en wordt aldus de minimumleeftijd verhoogd van 50 jaar in 2025 tot 55 jaar in 2030.