Uitstel harmonisering arbeiders-bedienden op vlak van aanvullende pensioenen is een feit

Op de laatste dag van het jaar werd de wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 25 juni 2021 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad[1]: een half jaar nadat er binnen de Groep van 10 een akkoord werd bereikt om de harmonisering tussen arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen uit te stellen, heeft de wetgever dit akkoord omgezet in wet.

Ter herinnering: de wetgever wil de verschillen tussen arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen zowel op sectorniveau als op ondernemingsniveau wegwerken. Om dit te doen, werd er vanaf 2015 een overgangsperiode (de “standstill-periode”) ingevoerd gedurende dewelke er in principe geen nieuwe verschillen in behandeling tussen arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen mogen worden ingevoerd. Gedurende de standstill-periode mogen er wel nog nieuwe verschillen in behandeling worden ingevoerd wanneer deze erop gericht zijn om een op dat moment reeds bestaand verschil in behandeling in het pensioenstelsel op te heffen dat berust op het onderscheid tussen arbeiders en bedienden.

Daarnaast kregen sectoren en ondernemingen tot respectievelijk 2023 en 2025 de tijd om de nodige maatregelen te nemen zodat elk verschil in behandeling tegen 2025 zou zijn weggewerkt. Het zijn precies deze laatste deadlines die nu bij wet worden verlengd:

  • de sectoren hebben nu tot 1 januari 2027 (in plaats van 1 januari 2023) de tijd om sectorale cao’s neer te leggen met als doel om de verschillen in behandeling tegen 1 januari 2030 volledig te hebben weggewerkt;
  • de werkgevers hebben nu tot 1 januari 2030 (in plaats van 1 januari 2025) de tijd om de verschillen in behandeling tussen arbeiders en bedienden op ondernemingsniveau weg te werken.

1 januari 2030 is de definitieve datum (de zogenaamde “cut-off date”) vanaf wanneer elk verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen verboden is . De standstill-periode wordt bijgevolg ook verlengd tot 1 januari 2030.


[1] Wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022, BS 31 december 2021.