
Indien een werkgever gebruikt maakt van ploegenarbeid, ist de werkgever vrijgesteld van doorstorting van een deel van de bedrijfsvoorheffing. De fiscale administratie ist het gebruik van deze vrijstelling enkele jaren geleden strenger beginnen controleren.
Kan een groep buschauffeurs die de openbare dienst van het busvervoer verzorgen, en die in de loop van de dag worden afgelost door een collega, een ploeg vormen? En voldoet deze constellatie om te kunnen spreken van ploegenarbeid?
Het Hof van Beroep van Antwerpen kwam tot een aantal interessante inzichten, die toelaten van het klassieke concept van ploegenarbeid te overstijgen zoals we dat kennen in bv. de autoassemblage waar één ploeg samen werkt op dezelfde plaats, en elkaar op hetzelfde moment aflost:
- het werk moet niet uitgevoerd worden op dezelfde werkplek
- de aflossing moet niet gebeuren op dezelfde werkplaats
- essentieel is dat het werk niet wordt onderbroken
- het werk dat wordt uitgevoerd in elke ploeg (en niet de ploeg zelf), moet dezelfde inhoud hebben : dit wil zeggen dat individuele ploegleden niet noodzakelijk een identiek werk moeten doen, de activiteit van de ploeg moet dezelfde zijn
- het werk dat wordt uitgevoerd in elke ploeg (en niet de ploeg zelf), moet dezelfde omvang hebben : de wet verduidelijkt niet hoe de omvang van het werk moet gemeten worden, en de administratie kon geen alternatief criterium voorstellen ten aanzien van de duurtijd van de busdiensten.
De uitdaging in dit dossier was om het concept ploegenarbeid te toetsen aan een atypische situatie zoals het georganiseerde busvervoer. Een buschauffeur zit immers alleen op zijn bus, en geen twee busdiensten zijn hetzelfde. De aflossing tussen chauffeurs gebeurde bijgevolg niet op hetzelfde tijdstip, noch op dezelfde plaats. De eerste rechter oordeelde dan ook dat er geen sprake was van een ploeg van chauffeurs die de vroege shift verzorgden, omdat er geen eenheid van tijd en plaats was waar ze afgewisseld werden, en het werk ook niet hetzelfde is omdat dit afhankelijk is van de dienst die ze rijden.
Het is de verdienste van het Antwerpse Hof van Beroep dat het is durven afstappen van een beperkende visie op ploegenarbeid, door zich niet blind te staren op de individuele arbeid van de verschillende werknemers binnen een ploeg, maar door te kijken naar de arbeid die collectief verricht wordt.
Afwachten of dit de inzichten van dit arrest kunnen doorgetrokken worden naar andere sectoren… (en of geen Cassatieberoep wordt ingesteld)
Bron: Hof van Beroep Antwerpen, 21 januari 2021, AR 2018/AR/402