Enkele pensioengerelateerde cijfers voor 2019

Een nieuw jaar… nieuwe cijfers!
Hieronder vindt u een overzicht van enkele belangrijke cijfers voor 2019.

  • Minimale rendementsgarantie

De FSMA heeft de rentevoet voor 2019 voor de berekening van de minimale rendementsgarantie overeenkomstig artikel 24 van de WAP[1] gepubliceerd.

De rentevoet die vanaf 1 januari 2019 van toepassing is bedraagt opnieuw 1,75%.

  • Bedrijfsvoorheffing

Het Belgisch Staatsblad van 13 december 2018 heeft het Koninklijk Besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing gepubliceerd.

Dit KB bepaalt de schalen en regels die van toepassing zijn om de bedrijfsvoorheffing vast te stellen die moet worden ingehouden op de inkomsten betaald of toegekend vanaf 1.1.2019.

Wat de aanvullende pensioenen en de extralegale rente arbeidsongeschiktheid betreft, gaat het om dezelfde percentages als vorig jaar. Samengevat:

Percentage bedrijfvoorheffing
Afzonderlijke aanslagvoet 10%10,09 %
Afzonderlijke aanslagvoet 16%16,66 %
Afzonderlijke aanslagvoet 18%18,17 %
Afzonderlijke aanslagvoet 20%20,19 %
Afzonderlijke aanslagvoet 33%33,31 %
Omzettingsstelsel in fictieve rente eerste schijf van 50.000 EUR11,11 %
Aanvullend pensioen uitgekeerd in rente:
Jaarbedrag van het pensioen of de rente
– tot 1.790 EUR
– van 1.790,01 EUR tot 2.990,00 EUR
– van 2.990,01 EUR tot 8.900,00 EUR
– van 8.900,01 EUR tot 14.820,00 EUR
– van 14.820,01 EUR tot 29.640,00 EUR
– van 29.640,01 EUR tot 44.460,00 EUR
– boven 44.460,00 EUR


0 %
11,11 %
16,15 %,
21,20 %
27,25 %
32,30 %
37,35 %
Extralegale rente arbeidsongeschiktheid22,20 %
  • Inkomensgrenzen voor gepensioneerden die bijverdienen

Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen indien ze de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben of als ze een loopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen. Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan, dan gelden er inkomensgrenzen.

De grensbedragen van de toegelaten inkomsten voor gepensioneerden werden geïndexeerd op 1 januari 2019 ingevolge het Ministerieel besluit van 4 december 2018.  Voor 2019 gelden de volgende inkomensgrenzen, in functie van de specifieke situatie van de betrokkene:

VoorwaardenKinderlastwerknemer, ambt of mandaatzelfstandig of gemengd (werknemer en zelfstandige)
– 65 jaar met een rustpensioen al dan niet gecombineerd met een overlevingspensioen
– 45 kalenderjaren GHT op de ingangsdatum van het Belgische rustpensioen. (GHT= gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling)
/onbegrensdonbegrensd
Enkel overgangsuitkering voor weduwen en weduwnaars / onbegrensd onbegrensd
– Vóór de wettelijke pensioenleeftijd
– Jonger dan 65 jaar of geen 45 kalenderjaren op het ogenblik van de pensionering
– Als huwelijkspartner (jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd) van een partner met een gezinspensioen.
Zonder kind(eren) ten laste




Met kind(eren) ten laste
8.172 EUR




12.258 EUR
6.538 EUR




9.807 EUR
Jonger dan 65 jaar met alleen overlevingspensioen Zonder kind(eren) ten laste



Met kind(eren) ten laste
19.027 EUR



23.784 EUR
15.222 EUR



19.027 EUR
– Vanaf de wettelijke pensioenleeftijd met een rustpensioen en jonger dan 65 jaar;
– Vanaf de wettelijke pensioenleeftijd met alleen een overlevingspensioen
– Als huwelijkspartner (vanaf wettelijke pensioenleeftijd) van een partner met een gezinspensioen
Zonder kind(eren) ten laste



Met kind(eren) ten laste
23.604 EUR



28.712 EUR
18.883 EUR



22.969 EUR
  • Basisbedrag in geval van vraag tot omvorming van het kapitaal in een rente

Aanvullende pensioenen kunnen worden uitbetaald in de vorm van een eenmalig kapitaal of een periodieke rente (of een combinatie van beide).
Wanneer een pensioenplan de uitbetaling van een kapitaal voorziet, heeft de aangeslotene het recht om te verzoeken dat dit kapitaal in een rente wordt omgezet.

Overeenkomstig artikel 28 §2 van de WAP en artikel 50 van de WAPZ[2], wordt echter sowieso het kapitaal uitbetaald indien het jaarlijks bedrag van de rente 500 EUR bedraagt. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Het geïndexeerde bedrag voor 2019 bedraagt 646,80 EUR.

Dit bedrag is reeds van toepassing sinds 1 september 2018, maar werd recent geactualiseerd op de website van de FSMA voor de werknemers en de zelfstandigen.


[1] Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, BS 15 mei 2003.
[2] Programmawet (I) van 24 december 2002, BS 31 december 2002.