Wyninckx-bijdrage: enkele wijzigingen in de definitieve regeling

Social security tax

Op 26 oktober 2018 werd bij de Kamer een wetsontwerp ingediend houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken.

Dit wetsontwerp voorziet enkele wijzingen met betrekking tot de Wyninckx-bijdrage zoals van toepassing in de definitieve regeling.

Ter herinnering: de Wyninckx-bijdrage is een bijzondere socialezekerheidsbijdrage die door de programmawet van 22 juni 2012 werd ingevoerd met betrekking tot de aanvullende pensioenen voor zowel werknemers als zelfstandigen. Initieel bedroeg deze bijdrage 1,5%, maar werd later verhoogd naar 3%.

De invoering van de Wyninckx-bijdrage gebeurt in twee fase:

  • In de eerste, voorlopige fase – in werking sedert 1 januari 2012 – is de bijdrage verschuldigd van zodra voor een werknemer of een zelfstandige de som van de bedragen toegewezen aan de individuele rekeningen of de toename van de verworven reserves en de bijdragen voor de dekking van het overlijdensrisico, het bedrag van 30.000 EUR (te indexeren, hetzij thans 32.472,00 EUR) per jaar overschrijdt.
  • Volgens de definitieve regeling is de bijdrage verschuldigd van zodra voor een werknemer of een zelfstandige de som van het wettelijk pensioen en van de reserves van het aanvullend pensioen, gedeeld door een omzettingscoëfficiënt, de “pensioendoelstelling” overschrijdt. De “pensioendoelstelling” stemt overeen met het maximum plafond van het ambtenarenpensioen voorzien door de wet Wyninckx van 5 augustus 1978 (hetzij momenteel 80.024,15 EUR per jaar) vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk van de werknemer of de zelfstandige. De inwerkingtreding van de definitieve regeling werd in het verleden tweemaal uitgesteld en is thans voorzien op 1 januari 2019.

Met betrekking tot de definitieve regeling voorziet het wetsontwerp de volgende wijzigingen:

  • Schuldenaar van de bijdrage

Zoals de correctie die reeds in het verleden werd doorgevoerd voor de eerste fase, wordt nu eveneens voor de definitieve regeling bepaald dat de bijdrage verschuldigd is door de inrichter en niet door de werkgever. Hiermee wil vermeden worden dat voor sectorplannen er zou moeten worden nagegaan welke werkgever van de sector verantwoordelijk is voor de overschrijding

  • Verlenging van termijnen voor het meedelen van gegevens 
    • De pensioeninstelling moet de gegevens voor het vaststellen van de inningsgrondslag voor de bijdrage meedelen aan Sigedis tegen uiterlijk 31/8 (i.p.v. 30/6) van het bijdragejaar;
    • De beoogde pensioendiensten moeten de referentiebedragen voor het bepalen van het maximum plafond van het ambtenarenpensioen en van het wettelijke pensioen meedelen aan Sigedis tegen uiterlijk 31/8 (i.p.v. 30/6) van het bijdragejaar;
    • Sigedis moet de gegevens voor de berekening en betaling van de bijdrage meedelen aan de inrichter tegen uiterlijk 31/10 (i.p.v. 30/09) van het bijdragejaar.
    • De termijn voor het meedelen van de gegevens [1] door de inrichter aan de pensioeninstelling, zijnde uiterlijk 28/2 van het bijdragejaar, blijft ongewijzigd.

Een nieuw uitstel van de datum van inwerkingtreding van de definitieve regeling is niet voorzien in het wetsontwerp waarvan een spoedbehandeling werd gevraagd.

[1] Zijnde de lijst van de aangeslotenen bij de pensioentoezegging in het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar, het INSZ-nummer van deze aangeslotenen, en het KBO-nummer van de inrichter.