Het (ontwerp) sectorakkoord binnen PC 200 voorziet een stijging van de reële brutolonen met 1,1% vanaf 1 oktober 2017.
Deze koopkrachtstijging is niet van toepassing op de bedienden die over 2017-2018 een effectieve loonsverhoging krijgen op basis van bedrijfseigen mechanismen en/of andere voordelen krijgen die gelijkwaardig zijn. Deze eventuele alternatieven voor de sectorale koopkrachtverhoging moeten voor hun totale kost aangerekend op de loonkost van de sectorale koopkrachtverhoging. Automatische baremaverhogingen worden niet aangerekend.
Ter verduidelijking van dit mechanisme een voorbeeld voor een onderneming die op 1 april van elk kalenderjaar een verhoging van de lonen geeft op basis van merit. Een bepaalde werknemer, wiens brutomaandloon 5.000 € bedraagt, krijgt op 1 april 2018 een meritverhoging van 1,5%, waardoor zijn maandloon verhoogt naar 5.075 €.
Tegen eind 2018 zal deze werknemer dus een reële brutoverhoging van 750 € genoten hebben (zijnde 75 € x 9 kalendermaanden + 1 eindejaarspremie).
De sectorale koopkrachtverhoging zou hem evenwel vanaf oktober 2017 maandelijks een brutoloon garanderen van 5.055 € (1,1% op 5.000 €). Tegen eind 2018 zou hij dus een reële brutoverhoging genoten hebben van 935 € (zijnde 55 € x 15 kalendermaanden + 2 eindejaarspremies).
Om een gelijkwaardige verhoging te garanderen en tegemoet te komen aan het sectorakkoord dient de werkgever aan deze werknemer dus nog een bijpassing te betalen van 185 € bruto (zijnde 935 € – 750 €).
Zou diezelfde werknemer een meritverhoging krijgen van 2,5% vanaf april 2018, levert dit hem tegen eind 2018 een reële verhoging op van 1.250 € en is er niets meer verschuldigd omdat deze verhoging de 1,1% absorbeert.
In ondernemingen zonder syndicale delegatie moet de werkgever op het ogenblik van de betaling van de lonen voor oktober 2017 de bedienden schriftelijk en individueel inlichten over de toepassing van een gelijkwaardig voordeel. Volgens de informatie die wij kregen geldt dit ook voor een reeds bestaand bedrijfseigen systeem dat in effectieve loonsverhogingen voorziet. Anders gezegd: iedere onderneming zonder syndicale delegatie die niet de 1,1% toepast, zal eind oktober zijn werknemers moeten inlichten over hoe deze koopkrachtstijging zal opgevangen worden.