Mogelijks heeft u in de pers al gelezen dat niet iedereen opgezet is met werklust van minister Peeters tijdens het zomerreces. Met het overmaken van diens wetsontwerp « Werkbaar en Wendbaar Werk » aan de Groep van 10 is niettemin een volgende concrete stap gezet richting modernisering van het Belgisch arbeidsrecht. De beoogde wijzigingen zouden al begin volgend jaar in werking moeten treden (althans een gedeelte ervan).
De eigenlijke tekst van het wetsontwerp is nog niet openbaar gemaakt, maar op basis van het persbericht van de minister krijgen we wel al een voorproefje van wat er in de Groep van 10 besproken zal worden.
De ontwerptekst bestaat uit twee delen.
Ten eerste is er een algemeen deel (« de sokkel » genoemd) waarin maatregelen worden opgesomd die op alle werkgevers van toepassing worden. De sectoren hebben evenwel de mogelijkheid om deze maatregelen zelf in te vullen, hetzij via reeds bestaande cao’s bestaan, hetzij door nieuwe cao’s af te sluiten. De sokkel omvat de volgende onderwerpen:
- annualisering van de arbeidsduur: bedoeling hiervan is niet om de 38-urenweek af te schaffen, maar wel om de gemiddelde arbeidsduur van 38 uur/week op jaarbasis te berekenen zoals al in bepaalde sectoren gebeurt. Deze flexibilisering is echter niet onbeperkt (er blijft een interne grens gelden) en aan de huidige overloonregeling wordt niet geraakt;
- vrijwillige overuren: een pakket van 100 overuren dat werknemers, mits toestemming van hun werkgever, vrijwillig mogen presteren. Deze uren worden – uiteraard – uitbetaald, met overloontoeslag;
- vorming: het doel is om voortaan gemiddeld 5 opleidingsdagen per VTE per jaar te voorzien (in plaats van een deel van de loonmassa), zonder bijkomende kosten voor de werkgever;
- occasioneel telewerk: invoering van een wettelijk kader voor occasioneel telewerk (de huidige regels zijn enkel voor niet-occasioneel telewerk).
Daarnaast is er het bijzonder deel (« het menu » genoemd) waarin maatregelen worden voorgesteld die pas gelden eens er een akkoord op sectoraal niveau is bereikt. Het gaat over de volgende onderwerpen:
- globale hervorming arbeidsduur: mogelijkheid om bij cao af te wijken van de normale arbeidsduurgrenzen, voor zover de maximale grenzen van 11u/dag en 50u/week nageleefd worden; de grens voor nachtarbeid kan verschoven worden van 20u naar 22u;
- wijziging van uurroosters: indien meerdere voltijdse uurroosters bestaan moet voortaan in het arbeidsreglement worden voorzien volgens welke regels een switch naar een ander uurrooster kan gebeuren;
- plus minus conto: mogelijkheid om de berekening van de gemiddelde arbeidsduur van 38 uren over meerdere jaren te spreiden;
- uitzendarbeid van onbepaalde duur: bedoeling is meer zekerheid te bieden aan uitzendkrachten doordat zij ook tussen twee opdrachten loon van het uitzendkantoor blijven ontvangen;
- hervorming van het stelsel van de werkgeversgroepering: er werden geen details gegeven maar het zal waarschijnlijk de bedoeling zijn om dit nog verder te promoten zodat meerdere werkgevers samen een werknemer kunnen aanwerven;
- vereenvoudiging deeltijdse arbeid: schrappen van de zware administratieve verplichting om alle deeltijdse uurroosters in het arbeidsreglement op te nemen; bepaalde documenten die nu nog in een papieren versie moeten worden bijgehouden zouden voortaan ook elektronisch mogen worden bewaard; de verwittigingstermijn voor het variabel uurrooster kan tot 1 dag worden ingekort op voorwaarde dat er hieromtrent een algemeen verbindende cao wordt afgesloten;
- loopbaansparen: werknemers kunnen « tijd » opsparen; indien deze niet kan worden meegenomen bij verandering van job, kan de opgespaarde tijd uitbetaald worden;
- aanpassing bepaalde verlofstelsels: verlenging van palliatief verlof en tijdskrediet met zorgmotief;
- glijdende werktijden: invoering van een wettelijk kader hiervoor;
- schenkingen van verlofdagen: mogelijkheid voor werknemers om verlofdagen (die buiten de 20 wettelijke vakantiedagen vallen) anoniem te schenken aan collega’s met een zwaar ziek kind.
Na de besprekingen binnen de Groep van 10 zal het wetsontwerp, al dan niet in aangepaste versie, aan de regering en vervolgens aan het parlement worden voorgelegd.
Bron: Persbericht van minister van Werk Kris Peeters van zaterdag 16 juli 2016.