Vanaf 1 juni 2015 wordt het instellen van een procedure voor de rechtbank duurder.
Rolrecht
De Wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen (BS 26 mei 2015) bepaalt dat voortaan voor bijna alle gerechtelijke procedures een rolrecht zal moeten worden betaald door de eisende partij. Het bedrag van het rolrecht zal afhangen van de waarde van het geschil.
Dit betekent dat procederen in principe voor iedereen duurder zal worden. De rolrechten behoren immers tot de gerechtskosten wat betekent dat de partij, die ten gronde door de rechter in het ongelijk wordt gesteld, ook zal worden veroordeeld om deze kosten ten laste te nemen. Indien de eiser het proces wint, zal de verwerende partij de rolrechten, die oorspronkelijk door de eiser werden betaald, aan deze laatste moeten terugbetalen.
De wet voorziet echter ook in bepaalde uitzonderingen. Vooreerst gaat het over de familierechtbank waari voortaan een forfaitair rolrecht van toepassing is (100 EUR). Daarnaast werd ook een uitzondering gecreëerd voor de geschillen voor de arbeidsgerechten en bij fiscale geschillen (die voorheen bijna altijd vrijgesteld waren van rolrecht). Voor deze geschillen is geen rolrecht verschuldigd indien de waarde van de vordering niet hoger is dan 250.000 EUR.
Overzicht rolrechten
Gerecht
|
Waarde van de vordering
|
Rolrecht
|
Vredegerecht, politierechtbank
|
tot 2.500 EUR of niet in geld
waardeerbare vorderingen
|
40 EUR
|
boven 2.500 EUR
|
80 EUR
|
|
Rechtbank eerste aanleg (met
uitzondering van de familierechtbank),
rechtbank van
koophandel
|
tot 25.000 EUR of niet in geld
waardeerbare vorderingen
|
100 EUR
|
van 25.000,01 EUR
tot 250.000 EUR
|
200 EUR
|
|
van 250.000,01 EUR
tot 500.000 EUR
|
300 EUR
|
|
boven 500.000 EUR
|
500 EUR
|
|
Arbeidsrechtbank en fiscale
geschillen, indien de waarde
van de vordering hoger is
dan 250 000 S
|
van 250.000,01 EUR
tot 500.000 EUR
|
300 EUR
|
boven 500.000 EUR
|
500 EUR
|
|
Hof van beroep
|
tot 25.000 EUR of niet in geld
waardeerbare vorderingen
|
210 EUR
|
van 25.000,01 EUR
tot 250.000 EUR
|
400 EUR
|
|
van 250.000,01 EUR
tot 500.000 EUR
|
600 EUR
|
|
boven 500.000 EUR
|
800 EUR
|
|
Arbeidshof en fiscale geschillen
in beroep, indien de
waarde van de vordering
hoger is dan 250 000 S
|
van 250.000,01 EUR
tot 500.000 EUR
|
600 EUR
|
boven 500.000 EUR
|
800 EUR
|
|
Hof van Cassatie, met uitzondering
van voorzieningen
tegen beslissingen van
arbeidsgerechten of beslissingen
in fiscale geschillen
|
tot 25.000 EUR of niet in geld
waardeerbare vorderingen
|
375 EUR
|
van 25.000,01 EUR
tot 250.000 EUR
|
500 EUR
|
|
van 250.000,01 EUR
tot 500.000 EUR
|
800 EUR
|
|
boven 500.000 EUR
|
1.200 EUR
|